skip to Main Content

Hoe breng je bewegingsonscherpte in je foto? Met panning!

Bewegende kinderen wil je graag scherp op de foto. Dat kijkt toch wat fijner dan een wazige vlek. In sommige gevallen is bewegingsonscherpte echter een belangrijke toevoeging aan een beeld. Het helpt je bij het vertellen van een verhaal en is soms zelfs essentieel!

Neem nu een raceauto. Als je de auto en de omgeving even scherp fotografeert, zie je niet hoe hard de auto in werkelijkheid gaat. Hij lijkt bevroren in het beeld. Zo mis je de actie en daarmee een deel van het verhaal. Dit los je op met panning.

Fuji, ISO 800, f8.0, 1/1600s

Fuji, ISO 200, f18.0, 1/125s

Wat is panning?

Door middel van panning breng je snelheid aan in je foto. Bij panning beweeg je de camera mee met het onderwerp.  Door de meetrekkende beweging wordt alles wat stil staat onscherp, terwijl het bewegende object scherp blijft.

Als je hiermee aan de slag wil maakt het niet zo veel uit wat je als onderwerp kiest, zolang het maar beweegt. Het werkt het beste bij objecten die langs je bewegen.

Fuji, ISO 200, f20.0, 1/125s

Een paar tips voor panning

Op veel camera’s zitten verschillende autofocus (AF) standen. Zo heb je ‘one shot’ waarbij je elke keer bij het indrukken van de sluiter op een punt scherpstelt. Meestal maak je daar gebruik van, maar dat is bij panning niet handig, omdat je dan telkens opnieuw moet scherpstellen en dan ben je veel te traag.

Om gemakkelijke een bewegend object te volgen en scherp te houden zet je de autofocus op continu focus (AI Servo bij Canon, Continuous Servo bij Nikon, Autofocus Continuous bij Pentax, Continuous AF bij Olympus, AF-C bij Sony, Continuous AF bij Sigma en Continuous Servo bij Fuji).

Zet je camera van ‘single shot’ naar ‘burst’, zodat je, door de sluiterknop ingedrukt te houden, snel veel foto’s achter elkaar kunt maken.

Kies vervolgens een trage sluitertijd van 1/125s of langer. Dat doe je, omdat je bij een snelle sluitertijd scherpe foto’s krijgt, en je wil nu juist onscherpte in je beeld.

Om structuur aan te brengen in je werk kun je bijvoorbeeld starten bij 1/40s, waarna je gaat kijken of je de sluitertijd langer of korter moet maken om tot een goed resultaat te komen.

Daarna is het heel veel oefenen. Een goede beheersing van je camera is hierbij uiteraard belangrijk.

Zelf maak ik dit soort foto’s voornamelijk puur voor de lol. Ik ben namelijk vooral gespecialiseerd in (zakelijke) portretfotografie, trouwreportages en bedrijfsreportages, en daarbij komt deze techniek niet vaak aan bod. Het is wél heel leuk om te doen en te kunnen. Ga er dus vooral lekker veel mee aan de slag!

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Back To Top